Scarborough en Grimsby

13 augustus 2017 - Groot-Brittannië, Verenigd Koninkrijk

02 augustus  2017            woensdag          Scarborough                     Logstand 1654 Weersverwachting;  half bewolkt met af een toe een bui.                                      Wind; ZZW krimpend naar ZZO 4, 5 á 6 Bft.                                                                Vertrek 11.00 uur en aankomst 15.40 uur.

De ingevoerde waypoints gaf door invoering van de oosterlengte toch wel aan dat we huiswaarts keerden. Met de eerste brugopening samen  met onze vrienden Bob met zijn maat met hun oude Westerley op weg naar Scarborough. Een zeer ongezellige tocht met druilerige regen waarbij we zeilend op de Engelse manier de Westerley probeerden bij te houden wat ons niet ging lukken. Langs Robin Hoods’s Bay wat ooit een smokkelaarsplaats was en de vele lobsterpotten die we moesten ontwijken.   Het enige voordeel van deze reis was dat we geen zand en/of stof meer op dek hadden. Het blijft dan ook een drukkend effect te hebben om steeds ergens op tijd te moeten zijn. Na de aankomst stonden Bob en zijn maat al klaar om ons op te vangen.  Ook Hans en Karen van de Zeline (een 12.30 Koopmans) die we al eerder waren tegengekomen wachtte hier het slechte weer af om terug naar huis te kunnen keren. Zij waren het slechte weer beu en keerden volgens hen, net als een paar andere jachten versneld terug naar Nederland.  Ze waren zeker niet van plan om zuidelijker  langs de problematische Engelse kusten te gaan af te zakken.  Verder ook nog een Nederlander en een Belg die hier ook het goede weer afwachtten.  Voor Bob en zijn maat hebben we eerst  maar een Beerenburger ingeschonken en na het avondeten stond Bob erop dat we een Scotch bij hem moesten drinken. Bob, een 72 jarige man was vroeger psycholoog in Hull en had 12 jaar geleden onverwachts een oude zeilboot gekocht. De boot was inmiddels 40 jaar oud en had bij Bob al veel meegemaakt. Mede door onkunde was hij met de boot voor een paar maanden ook naar Nederland op vakantie geweest. Anekdotes te over, zoals; bij een jachthaven in Amsterdam stond hij vanwege een verstopte put tot zijn enkels in het water en bij het verwijderen van het vele haar kon hij zich niet verder schoonmaken omdat het muntje op was én bij in de trein had hij zonder te weten  plaatsgenomen in de 1ste klas. De conductrice gaf aan “ you must stay here” wat achteraf goed bedoeld was. Zijn handige maat was een “stille” die eigenlijk bij de KGB had kunnen werken en alleen maar kon glimlachen. Zijn handigheid was duidelijk zichtbaar aan de boot. De romp moest ieder jaar opnieuw worden geschilderd, de stukken tredmaster (antislip)  wat niet verwijderd kon worden werd op het nieuwe, op maat en op het oog uitgesneden.  Het  10 meter lange zeiljacht beschikte over een achterkajuit en dan ook  twee tv’s en een overdaad aan elektronica.  Bob praatte mede onder genot van enkele whisky’s honderd uit. Omdat hij vorige week 49 jaar getrouwd is zijn vrouw Kathleen overgekomen. Hijwilde er verzorgd uitzien waardoor hij voor £ 7 bij een Turkse kapper een gedaantewisseling onderging. Volgens zijn zeggen werd elk haartje onder de loep genomen waarbij zelfs zijn oren werden geflambeerd.                                                                          Ook de schippersvrouw werd nog even telefonisch in contact gebracht met Kathleen. Het was een gezellige avond waarbij Bob steeds whisky bleef bijschenken. De volgende dag zou hij naar Bridlington (20 mijl verder gelegen droogvallende haven)  gaan wat een veel goedkopere haven zou zijn om de boot daar een paar dagen achter te laten om naar hun woonplaatslaat Hull af te reizen.

03 augustus  2017            donderdag         Scarborough

Iedereen lag nog verwaaid maar Bob zou toch vertrekken. Bij aankomst bij HW is het vaak handig als je de boot aan een langsponton met een geultje van  maar vijf meter  breed in de vertrekrichting  afmeert. Dit  omdat je bij zo laag mogelijk laagwater wilt vertrekken om de vloedstroom mee te pakken.   Nagenoeg alle boten doen dit, behalve Bob. Alle boten blijven vanwege de zeer harde wind liggen, behalve Bob. Bob is een echte opportunist.  Wij waren om acht uur al paraat om de stootbillen op te hangen omdat Bob achteraan lag en wij minder van schilderen houden dan Bob. Bob startte de motor en kwam ons nog even bedanken voor de gezellige avond. Een paar vissers kwamen nog onder afkeurende blik polshoogte nemen en hielpen Bob die achteruit door het geultje wilde wat met deze harde zijwind niet ging. Wij stonden de Li-Jo-Ko te beschermen.  Het enige wat Bob wist uit te brengen was “the wind cath me” wat eigenlijk betekende ik doen niks meer en doen jullie de rest maar.  De twee visserlieden wisten Bob door de bagger heen te wroeten om de boot te keren waardoor hij  vooruit haven uit kon. Het zal tijdens de reis wel geschommeld hebben bij Bob.                                                                       Veel mensen hebben het over “lovely” Whitby maar wij vinden Scarborough minstens zo interessant. Het blijft toch weer de vraag waar je interesses  liggen en wat je verwachtingen  zijn.                                                                                           Wij zijn minder geïnteresseerd in amusementshallen en verder  Volendams vertier, maar als je verder kijkt in deze kustplaatjes zie je veel historische aspecten.               Het kasteel uit de 12e eeuw en de oude binnenstad  met  diverse oude gebouwen zorgde voor een mooie wandeling. Fietsend zijn we verder langs de boulevard gegaan waar met je ogen dicht nog een Victoriaanse sfeer  kunt voelen. Scarborough is al sinds begin de 19e eeuw  een toeristenplaats. Het  Grand Hotel was eind 19e eeuw met 365 kamers eens het grootste hotel van de wereld geweest. De mondaine gasten van weleer konden met een kabeltram van en naar de stranden waar mannen  van de vrouwen werden gescheiden. Ook “ The  Spa” geef je nog steeds een Victoriaans gevoel. Jammer dat deze gebouwen in tegenstelling tot  Brighton in Zuid Engeland  ongelooflijke veel achterstallig onderhoud hebben.  Veel nestelende meeuwen in  dakgoten, kozijnen en andere plekken doen een gebouw natuurlijk geen goed.  Het stadje was gezien de kleding duidelijk in de ban van het concert van Madness deze avond, welke overigens al maanden was uitverkocht.  Jammer dat de jachthaven over erbarmelijke sanitair beschikt. We besloten vanwege de weersverwachting in de avonduren nog om de volgende dag te vertrekken naar Grimsby.  We weten ook dat de havens ver uit elkaar liggen en dat je een goede wind moet hebben om op tijd ergens te komen. Ook zijn de verdere havens problematischer om aan te lopen dus doen we dit dan ook liever bij daglicht. Dit doen we ook om de vele visnetten/lobsterpotten te kunnen omzeilen. In de avonduren nog even afscheid genomen van Hans en Karin van de Zeline die voornemens waren om naar Nederland terug te keren.​                                              04 augustus  2017            vrijdag                  Grimsby                        Logstand 1717 Weersverwachting;  half bewolkt    Wind; W    5 á 6 Bft.                                              Vertrek 5.00 uur en aankomst 15.15 uur.​                                                                 Drie uur na LW (dus net dat we over de drempel konden)  vertrokken we  om nog een paar uur de stroom mee te hebben en  om maar niet met een niet al te sterke stroom (slack)  in de buurt van de kaap Flamborough Head te zijn.  Dit is ook weer zo’n kaap die vanwege de stroming berucht is. Maar de Humber met de Chequer als keerpunt moet je met een vloedstroom  nemen omdat het heel hier heel erg kan stromen. Als je hier tegenstroom hebt en met een harde  wind uit het westen dus pal tegen dan is het hier geen pretje. Vanwege de trechtervorm waait het hier 1Bft. meer.  Dit hebben we al een keer eerder meegemaakt  op de Firth of Forth richting Edinburgh want ons toen heel slecht is bevallen. In dit redelijk druk commercieel  vaarwater wordt verlangd dat je de recommended track volgt en niet gaat kruisen.

Dus deze 65 mijl is een kwestie van zo goed mogelijk plannen en je moet een goed wind hebben om niet te hoeven motoren.  Dus   5 á 6 Bft.  uit westen met een paar mijl uit de kust en dus enigszins aan hoge wal beloofde dit een geweldige zeiltocht te worden. Vertrekkend uit de haven wilden we in eerste instantie nog het rif eruit halen omdat er weinig wind was.  Na een uur veranderde dit en de wind zette vervolgens de hele zeilreis door tot 7 Bft.  Een X jacht een 38 voets racer met een zeilinstructeur kon ons niet passeren  en een 40 voets Frans schip raakte steeds verder achter. Onze stuurautomaat had het heel erg moeilijk en moest soms met de hand worden geholpen.                                                                                                                            Bij de ingang van de Humber namen wij de recommended track en gingen we Engels zeilen, terwijl de X-jacht tussen de grote schepen kruisend over de Humber ging (wat eigenlijk niet gewoon is) . Vlak voor de haven werden we ook nog ingehaald door de Jeanneau die ook de track volgde maar waarschijnlijk een hele sterke motor had.  De sluis van het Fishdock staat 2 uur voor en 2 uur na HW gewoon open en behoef je dan ook geen sluisgeld te betalen. Buiten dezen tijden moet je £ 10 betalen.                                                                                                   Net afgemeerd en al het zout van het dek weggespoeld hebbende, werden we zeer hartelijk onthaald door de Grimbarians (Codheads/kabeljauwkoppen) die hele nauwe contacten onderhielden met een Urker visserijbedrijf. Terwijl wij alles opruimden pompten de Belgen van de X, hun boot leeg en droogden ze hun kleren. We werden enigszins  verplicht om naar de club te gaan waar we aan een  lange/grote tafel werden gestald waar meer mensen zaten die natuurlijk ook weer alles over Nederland wisten.  Iedere twee jaar hadden ze een bedrijfsbarbecue in Urk.   De ene na het andere pint met stoutbier werd voor ons ingeschonken. Na genoeg gehad te hebben gehad wilden we naar de boot waar we staande werden gehouden door de bemanning van de X.   Aan boord hebben we  nog een paar Jupilertjes  gedronken.  De eigenaar was Dirk die met twee vriendinnen de boot uit Newcastle ophaalden. Dirk was een echte Dirk: een Dirk die je zo zou willen uitnodigen op de jaarlijkse Wieringer Dirkendag.  Dirk was wel gescheiden maar een aantal eigendommen hielden ze gezamenlijk, zoals deze boot. Zijn ex-vrouw  ging met haar nieuwe vriend met de boot op vakantie naar Schotland en Dirk bracht dan de boot met zijn vriendinnen dan weer terug naar België. Op deze manier konden ze zo een verre reis ondernemen. Deze race-X met een diepgang van 2.30 heeft snelheid en hoog aan de windse eigenschappen als  voordeel, maar heeft natuurlijk ook nadelen. Naast dat je door de diepgang een aantal havens niet of bijna niet kunt binnenlopen heb je ook een zeiknat schip. Geen kuip en geen buiskap maakt zo’n boot op zo’n reis als vandaag zeiknat. Ook het ongezellige polyester  interieur spreekt ons minder aan. We  kregen van de opvarenden een pluim dat we zo snel gingen. Hoewel onze diepgang van 1,50 meter en ons gewicht van meer dan 2 keer zijn gewicht  met deze wind weinig nadeel heeft.   Ze moesten wel lachen toen we vertelden dat Li-Jo-Ko gemaakt was van Rapidostaal van de Hoogovens (voor British Steel )  en voordat het bedrijf werd overgenomen door Tatasteel. Ook de aangroei lieten we zitten om maar niet al te snel  te gaan.We houden immers van zeilen en anders zou je maar te vroeg in de haven terug zijn.                                                                                    Dirk zou de volgende ochtend vroeg  vertrekken  naar de voor hem vanwege de diepgang zo dicht mogelijke haven; Great Yarmouth zo’n 95 mijl verder. Terwijl wij met onze diepgang eerst nog naar het 65 mijl verder gelegen Wells kunnen.

05 augustus  2017            zaterdag              Grimsby​                                             Grimsby was in de  20ste eeuw  met 400 kotters de grootste vissersplaats van de wereld. Nadat  ze de kabeljauw visrechten in de Noord-Atlantische Oceaan aan IJsland hadden verloren is deze stad in een zwaar economisch dal gekomen. De laatste paar decennia zijn de Fishdocks ingedeeld in een nette marina, een gedeelte voor nog een paar viskotters en nog een gedeelte  voor windparken verkeer, de zgn. windcats.                                                                                                                    De directe haven omgeving maakt een zeer, zeer trieste indruk. Heel  veel gebouwen in vervallen toestand en worden  nog weleens gebruikt voor oorlogsfilms. Bij navraag blijkt het havengebied van Arabieren te zijn die er al jaren niks mee doen behalve iedere 6 jaar iets meer  te slopen. Deze periodieke sloping schijnt noodzakelijk te zijn omdat wanneer je 6 jaar niets met een gebouw hebt gedaan  je belasting moet betalen. Op een van deze terreinen zijn nog een paar visverwerkende bedrijven w.o. ook Nederlandse die hun vis met vrachtwagens uit Peterhead e.d. aangevoerd krijgen.  Hoe lang nog? Bij de havensluizen  is in het midden van de 19e eeuw ook nog een ingenieuze toren en wel de “Grimsby Dock Tower” gebouwd. Door het omhoog pompen van een reservoir met water  in deze 200 meter hoge toren kon door de druk,  sluizen en andere machines in gang worden gezet. Maar 50 jaar is van deze techniek gebruik gemaakt omdat daarna gebruik werd gemaakt van elektriciteit.                                                                      Op de haven kennis gemaakt met Andy die naast een wedstrijdboot hier ook een boot in Monnickendam had. Zijn vader heeft met zijn Moody 44 jacht ook jarenlang in Monnickendam gelegen maar lag nu vanwege ouderdoms-perikelen in de verkoop. Later ontmoetten we Dave een oude garagehouder die met de kapitein wel even LPG wilde tanken naar een fill-station van Safefill in  Immingham. Daar aangekomen moest jezelf bij het LPG station gewoon tanken. Had dus bij elk LPG station in Engeland  gekund. Dave had nog nooit ons type gasfles gezien en was verbijsterd over de vulling t.w.v. £ 5,88 voor 7 á 8 liter, terwijl hij voor een blauwe fles zich blauw betaalden. Terugkomend bij de marina werd ik het middelpunt van een grote gasdiscussie. Opmerkelijk dat wij een speciale Engelse fles hebben  gekocht,  terwijl zij, zoals de meeste Engelsen overigens van het bestaan niet afwisten.     Maar vanaf nu gaat er in Grimsby een hele andere gaswind waaien.                       Na de “bacon and eggs” zijn we gaan fietsen in de buurt. Oude, misschien wel arme volksbuurten in Grimsby maar in het aangrenzende stadje Cleethorpes zien we prachtig wijken. Cleethorpes is een echt toeristenstadje met uiteraard amusementshallen en weer een overvloed aan eet- en vreettentjes. Op het strand kun je ezeltje rijden  en op de boulevard rijdt een heus treintje langs een zwembad naar de pier. Opvallend is de netheid op straat zowel in Cleethorpes als  in Grimsby. Veel watersporters doen negatief over Grimsby  en daar bedoelen ze waarschijnlijk alleen de directe omgeving mee. Wij zijn overigens wel zeer positief over Grimsby gezien de enorme gezelligheid en de uitstekende gastvrijheid.  Ook mag de goede wifi ontvangst en de goede sanitaire voorzieningen niet onvermeld blijven. In veel duurdere jachthavens schort het hier weleens aan.  Maar ook net als in zoveel havens heb je zonder een fiets buiten het haventerrein  weinig te zoeken. Wij zijn tijdens onze reis zo vaak mensen  tegengekomen di e spijt hadden dat ze hun fiets thuis hebben gelaten. We hadden nog wel een dag langer willen blijven maar nu ook gezien de weersverwachtingen gaan we morgen toch maar vertrekken omdat in Wells ook veel schijnt te beleven.

Foto’s