Moray Firth

17 juli 2017 - Groot-Brittannië, Verenigd Koninkrijk

07 juli 2017         vrijdag                  Lossiemouth                     Logstand 1286

Weersverwachting;  bewolkt,    wind NW  2 á 3 Bft.

Een dag van te voren bij Inverness Marine (onderdeel van het Caledonian Canal) aangegeven dat we om 12.30 op zee wilden zijn. Op dit tijdstip zou het slack zijn in de Firths of Inverness waarbij in de Kessock Narrows een heftige stroom kan staan. Bij een ebstroom kun je 3,5 knoop meehebben.  

We konden echter niet eerder dan 12.10 uur bij de 1ste  sluis zijn want anders zouden we moeten wachten bij de spoorbrug. We waren de dag ervoor nog even naar de zeesluis gefietst waar een zeer behulpzame gotic zeesluiswachterin op de hoogte was van onze komst. Omdat de windsterkte matig was en we  zo  vroeg mogelijk in Lossiemouth wilden zijn, stonden we paraat  om te vertrekken. We zagen om 11.00 uur al een Noor naar de sluis gaan en wij erachteraan.

In de sluis 11.30 i.p.v. de afgesproken 12.10 waarbij we de opmerking van sluiswachter kregen dat dit veel beter is want anders hadden we tot 13.30 moeten wachten. Pauze!! Sorry!!! Afspraken??? Maar goed we waren binnen 3 kwartier door de twee sluizen en de spoorbrug, dus om 12.15 uur op zee. We hadden de  havenmeesteres uit Lossiemouth gebeld voor evt. bijzonderheden. De havens aan de oostkant hebben vaak een bar/drempel die een gedurende een bepaalde tijd voor en na hoogwater zijn te binnen te lopen. Deze havenmeesteres had een zeer aandoenlijke stem en gaf eigenlijk het volgende aan; als je tussen  19.00 tot 20.00 aankomt is er geen probleem. Ik woon aan  zee dus  zie ik jullie wel aankomen en  dan zal ik jullie wel verder begeleiden.

De genaker (lichtweervoorzeil) klaargelegd, want uiteindelijk niet hoefde want de wind kwam uit oostelijke richting, dus pal tegen. Na een uurtje gekruist te hebben moesten we verder motoren omdat de wind helemaal wegviel. In de Moray Firth staat door de opeens veel grotere  opening/driehoek vanuit de Noordzee verder weinig stroom.

Aankomende om 19.30 met een scherpe draai naar bakboord om de East Basin in te varen stond daar inderdaad een “lovely” havenmeesteres, zeg maar een havenmeesterin;  een equivalent van je lievelingstante. Daarnaast heette ze ook nog Amanda. Ze overhandigde ons een enveloppe met alle gegevens en gaf aan dat de volgende dag feest in het dorp zou zijn en dat we bij vertrek de betaling in de “honesty box” achter konden laten.

Motoren op zee is toch aangenamer dan op een meer of een kanaal. De boot ligt hoger op het water, je gaat met de stroom mee en je krijgt geen tegenliggers.  De omgeving is ook imposanter zoals de pijlsnel duikende Jan van genten, aalscholvers, zeekoeten, grote zeehonden, bruinvissen , dolfijnen  en niet te vergeten de visetende “Pilot Whale”.  

08 juli 2017         zaterdag              Lossiemouth

Het hele dorp was in rep en roer door de jaarlijkse fancy fair/braderie. Kinderattracties en allerlei stalletjes van charitatieve instellingen waren in vol ornaat aanwezig. Afgezonderd een aantal stalletjes met spirituele versnaperingen waar vooral  de mannen elkaar veel  belangrijke dingen te vertellen hadden.

De huizen van Lossiemouth zijn opgebouwd met plaatselijke stenen en niet gestukadoord zodat het plaatsje een iets grauwig aangezicht heeft. De gehele omgeving maakt een nette indruk. Waar vroeger de economie gebaseerd was op vis is nu de RAF en de olie de grootste inkomstenbron. De RAF dateert al van voor de 2e WO omdat men hier kon beschikken over een gebied zonder veel wolken. Dit was in een periode waarin  radar nog in de kinderschoenen stond.  De uitgehakte haven (East Basin) lag volgens het plaatselijke museum vol met vissersscheepjes. De aangevoerde vis werd dan met de trein naar het zuiden vervoerd. De visveiling  van weleer is omgedoopt tot een wit wooncomplex waarin ook de douches zijn.  De haven Lossiemouth (behorend bij de stad Elgin) was de eerst omgeturnde vissershaven in een jachthaven aan het  zeer visrijke  Moray Firth.

09 juli 2017         zondag                 Whitehills                           Logstand 1309

Weersverwachting;  half bewolkt,           wind WNW  2 á 3 Bft. en later afnemend.

Onverwachts vertrokken omdat de windberichten de komende dagen ook zeer zwak zou zijn en dan ook nog uit oostelijke richting wat dan  geheel tegen zou zijn.  Om 9.00 al weggegaan wat enigszins  te vroeg was. Dit om de aangekondigde wind in de morgen  te gebruiken en de weinige tegenstroom dan maar voor lief te nemen. De havenmeester in Whitehills gebeld, ook al zo behulpzaam, voor eventuele bijzonderheden. Na een uurtje moest de genaker eraf  en de motor aan. Genietend van de letterlijk en figuurlijke watervlakte zien we wel heel veel  Jan van Genten, meeuwen, aalscholvers, zeekoeten en   andere visliefhebbers. Onze specifieke geprepareerde boothengel  in stelling gebracht om met kunstaas, aan een  zelfgemaakte en ingestelde paravaan (plankje hout welke zich  onder water  trekt) ook een visje te verschalken.  Verder varend en genietend van het weidse zicht opeens een gerommel en het geluid van een verdwijnende hengel.

Terugvaren mocht  niet meer baten en de hengel moest als verloren worden beschouwd. En dat gelukkig net buiten een speciaal natuurbeschermingsgebied.

Er was geen (zee)hond die de hengel terugbracht.  We hopen overigens niet dat een hebberige  luie vogel met een hengel rondvliegt of een zeehond of andere zeezoogdier  rondzwemt met ons  vistuig met makreel aan al die haken.

Met een andere paravaan aan een dikke lijn nog eens geprobeerd wat resulteerde in een makreel.

Helaas waren we vlakbij de haven dus geen tijd meer om verder te vissen .  Deze haven verdient  net als de overige havens in de Moray Firth  enige aandacht bij het binnenlopen.  Nu hadden wij hier net als bij Lossiemouth weinig wind en deining,  wat de ingang erg vergemakkelijkte. Aangegeven dat we een paar dagen zouden blijven kregen we een rustig plekje in de Inner Harbour toebedeeld i.p.v. aan het visitorspontoon. Wel rustig i.v.m. in- uitgaande boten waarvan  het merendeel vissersbootjes was, maar niet vanwege de vele aandacht van de lokale bootjeslui. Van een Belg die hier al meer dan 50 jaar in Whitehills woont en net terug kwam met zijn visbootje  kregen we nog een makreel. Zijn opmerking was ”alleen de happy few wonen in Whitehiils. Even later kregen ook nog gefileerde makreel en een grote levend kreeft aangeboden.  Helaas hadden we de grote soeppan thuisgelaten.

10  juli 2017        maandag             Whitehills 

Na de boot een grondige reinigingsbeurt te hebben gegeven zijn we langs de havenplaatsen Banff en MacDuff  gefietst. Ook hier is het bij het binnenvaren zeer verstandig om van te voren te informeren naar bijzonderheden. Bij Banff hing bijv. een touw over de ingang, met als doel???  Hoewel in de marina van Banff drijvende pontoons lagen is de commerciële  vissershaven van MacDuff  echter zonder pontoons veel dieper, wat te merken was aan het aantal viskotters. Ook bij de grote scheepswerf  in MacDuff werd nog druk gewerkt aan  twee nieuwe viskotters.  Bij de “chandlery” nog één ontbrekende kaart  gekocht. Na een prachtige fietstocht nog even gegeten bij “Rockfisch”, waarbij de kwaliteit te vergelijken is met “t Wad” in Den Oever. Hoewel de horeca goed bezocht werd is van uitbundig uitdragen in de vorm van vlaggen, terrasjes niets te merken.  

11  juli 2017        dinsdag                Whitehills 

Bertie, de havenmeester was vroeger visserman en gaf aan dat de kust  door de sterkere  oosterse winden aan het verzanden is. Van de twintig overwegend  10 meter polyester vissersbootjes zijn nog drie beroepsvissers.  Door de verzanding zijn er nog weinig lobsterpotten , maar overwegend makreel en haring die gevangen worden met haken aan zeer lange lijnen (net als een eeuw geleden). De quota voor makreel  is de laatste jaren overigens wel verruimd. Vroeger had je alleen maar rotsen terwijl tegenwoordig al zandstrandjes zijn waardoor  campings een nieuwe inkomsten bron  vormen.  De toekomst van de recreatieve haventjes liggen in het geding omdat de kleinschaligheid geen dure  baggeroperaties kunnen veroorloven.  Ook de olie-industrie is aan het bezuinigen wat ten koste gaat van de werkgelegenheid en de hoogte van de salarissen. Ook de dure nieuwe auto’s zullen volgens hem wel minder worden. Wat ons al opviel was dat viskotters bemand worden door Aziaten. Volgens Bertie  zijn de Polen de laatste jaren om meer geld gaan vragen waardoor ze zijn vervangen door nog goedkopere Filippijnen.   Na dit verhelderend gesprek zijn we naar Portsoy, een oude vissershaven gefietst. Portsoy was vroeger een heel belangrijke vissersplaats waar de trein van Inverness, Lossiemouth en alle kustplaatsen met elkaar verbond om vis, goederen en mensen te vervoeren. Portsoy heeft nog wel een heel interessant museum wat uitleg geeft over de zalmvisserij van weleer. Opvallend was een klokgevel en een trapgevel zoals dit gewoonlijk in Amsterdam te zien is. Bij navraag vond dit zijn oorzaak in het feit dat in de 18e en de 19e eeuw  veel handel tussen Nederland en Portsoy was.  Ook in die periode was het smokkelen een gemakkelijkere manier om aan geld te komen.  Verder door het stadje/dorpje gefietst kwamen we bij een grote vijverpartij. Al slenterend met onze vouwfiets werden we staande gehouden door een oude man, die toch wel nieuwgierig was naar onze afkomst. Toen we Nederland noemden kon de man namen opnoemen waar hij vroeger zaken meedeed. Hij was aardappelhandelaar en al die grote schuren in het dorp behoorden eens aan hem toe. De vijverpartij wat een geweldige verrijking was voor het dorp werd door hem gefinancierd net als de renovatie van het oude haventje. Zo’n weldoenende aardappelhandelaar  kwam ons niet helemaal vreemd over. Hij vroeg ons mee in zijn villa aan de rand van het park voor een kopje koffie, waar we niet op in zijn gegaan omdat de man nog iets treurigs had zo vlak na het overlijden van zijn vrouw. 

Ook vandaag zijn we opnieuw blij dat we het regengebied in het westen achter hebben gelaten. Daar is nog een laag drukgebied terwijl we hier  met de korte broek  op stap gaan.

Foto’s